geen energiereserves
Een e-mail van een ontevreden klant of je kind dat maar niet wil opschieten. De een haalt z’n schouders op en gaat weer onverstoord verder, maar voor een ander is de kleinste tegenslag al reden om in huilen uit te barsten. Als je het gevoel hebt dat je al een poos op je tandvlees loopt, dan bestaat de kans dat je een burn-out hebt. Bij wie deze aandoening heeft, speelt oververmoeidheid een grote rol. Burn-out patiënten voelen zich lange tijd overspannen en hebben geen energiereserves meer. Hun werk is veeleisend of juist niet uitdagend genoeg. Ook kunnen mensen buiten een werkomgeving in een burn-out terecht komen. Denk aan een alleenstaande ouder die voor zijn/haar kinderen zorgt, het huishouden moet runnen en ook nog eens mantelzorger is. Al deze verplichtingen kunnen voor een hoop stress zorgen. Kun je daar niet goed (meer) mee omgaan? Dan is het tijd om hulp te zoeken.
Overspannen of burn-out?
Iedereen ervaart wel eens spanning en dat is in principe niet verkeerd. Een beetje stress maakt ons alerter en we gaan er beter door presteren. Handig als je die deadline moet halen of een belangrijke taak moet uitvoeren. De problemen beginnen vaak wanneer je continu onder stress staat en nooit even helemaal tot rust komt. Daarom spreken artsen en psychologen pas van een burn-out wanneer iemand minstens een half jaar lang burn-outsymptomen heeft.
De reden waarom mensen zo lang wachten met hulp vragen is omdat ze zich schamen voor hun problemen of het gevoel hebben dat ze falen. Meestal hebben ze op dit punt ook last van lichamelijke klachten zoals duizeligheid, hoofdpijn of misselijkheid. Ze denken dat (werk)stress erbij hoort of onderkennen de impact van een grote levensgebeurtenis.
Lang herstelproces
Wie van een burn-out moet herstellen, heeft vaak een lange weg te gaan. Die is grofweg in drie fasen in te delen. In de eerste fase moet geaccepteerd worden dat er sprake is van een burn-out en dat presteren zoals voorheen niet meer mogelijk is. In de tweede fase wordt achterhaald wat de veroorzakers zijn van de spanning. In de derde fase wordt gezocht naar oplossingen. Dit gebeurt onder begeleiding van een zorgverlener. Soms is gedragstherapie nodig om te voorkomen dat er weer teruggevallen wordt in het oude patroon. Eerder werd gedacht dat mensen met een burn-out vooral veel rust nodig hebben, maar juist een actieve aanpak zorgt voor een sneller herstel, dus is het belangrijk om te (blijven) bewegen en vrienden te ontmoeten.
Burn-out voorkomen
Een stressloos bestaan is onmogelijk, volgens psycholoog en schrijver Thijs Launspach. Om lange tijd gezond aan het werk te gaan, geeft hij mensen het klassieke advies; namelijk goed voor jezelf zorgen.