De grote lijnen kent hij wel, want hij hoort wel eens verhalen van me. Bijvoorbeeld over uitzonderlijke voorvallen (natuurlijk rekening houdend met privacy) of vanuit teleurstelling als iets niet is gelukt.
‘Om te beginnen’, vertel ik, ‘loopt een dag zelden zoals van te voren gepland.’ Een waarheid als een koe. Mijn agenda is normaal gesproken overzichtelijk: intakes met hulpvragers (zo noemen we inwoners die bij ons een aanvraag doen), kennismakingsgesprekken tussen hulpvrager en vrijwilliger, intakes met vrijwilligers, (tussentijdse) evaluatiegesprekken met hulpvrager en vrijwilliger, en ten slotte contact via telefoon, e-mail en Whatsapp met verwijzers, vrijwilligers en hulpvragers.
Spin in het web
Je zou kunnen zeggen dat dit de basis van mijn werk is. Als coördinator ben je de spin-in-het-web tussen deze drie mensen. Sjiek gezegd: je voert de regie over het hele proces van aanmelding tot afsluiting van een aanvraag. Omdat mijn baan parttime is – ik werk op maandag, dinsdag en woensdag – plan ik maximaal drie huisbezoeken en/of afspraken op kantoor per dag. Anders blijft er onvoldoende tijd over om alle werkzaamheden op te pakken die het gevolg zijn van spin-in-het-web zijn. Kortom: overal rekening mee gehouden.
De praktijk
Tot zover de theorie. De praktijk is weerbarstiger. ‘Dat begint ’s morgens al wanneer ik mijn e-mail open en mijn voicemail afluister’, leg ik uit. Er zijn altijd vragen, kwesties en uitdagingen die onverwachts opdoemen gedurende een dag. Het kan voorkomen dat een vrijwilliger voor een gesloten deur staat, terwijl er een afspraak was gemaakt om langs te komen. Vervolgens blijkt na een rondje bellen naar diverse zorgbureaus dat de hulpvrager een dag ervoor is overleden.
Het kan ook gebeuren dat een koppeling tussen hulpvrager en vrijwilliger averij oploopt en dat er intensief bemiddeld moet worden om de plooien waar mogelijk glad te strijken. Of zelf een inwoner naar het ziekenhuis rijden omdat het VervoersMaatje op het laatste moment ziek is geworden.