Aan de bel trekken
Om het als mantelzorger vol te houden, is het nodig om de zorg ook af en toe uit handen te geven. Toch blijkt dat mantelzorgers het vaak moeilijk vinden om hulp te vragen. Ze voelen zich verantwoordelijk en vragen te veel van zichzelf. En trekken vervolgens pas aan de bel als het echt niet meer gaat. ‘Had ik het maar eerder gedaan’, zeggen ze dan achteraf. Vooral de oudere generatie doet haar werk vaak in stilte, ongezien en zonder hulp. ‘Dat doe je toch gewoon? Dat hoort er toch bij?’, denken ze. Nederland kent ook jongere mantelzorgers. Maar liefst een kwart van de jongeren heeft te maken met ziekte en zorg thuis.
Veel kinderen nemen daardoor zorgtaken op zich waarvoor ze eigenlijk nog te jong zijn. Juist deze groep doet zelden een beroep op hulpverleners. Het is dan ook moeilijk een beeld te krijgen van hun problemen.
Vrijwilligers en professionals bieden hulp
Vrijwilligers kunnen mantelzorgers zo nu en dan vervangen. Deze vervangende zorg, respijtzorg genoemd, maakt dat de mantelzorger af en toe tijd voor zichzelf heeft. Om iets leuks te doen of om zelfs even op vakantie te gaan. Maar soms is er meer hulp nodig. Dan zijn er professionele hulpverleners die de mantelzorger kunnen ondersteunen.