Als familierechtadvocaat en –mediator word ik op dagelijkse basis geconfronteerd met scheidingen en de nasleep daarvan en de gevolgen voor partijen en hun kinderen.
Hoe het niet moet?
Eventuele conflicten, frustraties of andere emotionele zaken delen met de kinderen is een ‘no go’. Het uithoren van je kind over de ander of het opzetten van een kind tegen de ander evenzo. Dit betekent ook dat je niet slecht praat over je ex-partner in het bijzijn van de kinderen. Maar onderschat ook non-verbale communicatie niet.
Ik kan me nog goed herinneren, dat een kind net was gehoord door de kinderrechter en dat zijn beide ouders het, bij het naar buiten komen van hun kind, niet op konden brengen om hem samen tegemoet te treden en gerust te stellen. De spanning tussen hen beiden was zo enorm voelbaar, dat het niet anders kan dan dat hun kind daar na de scheiding enorm veel last van heeft gehad.
Blijf neutraal en bedenk dat je jouw frustraties beter met een vriend of vriendin of professional kunt bespreken dan je kind daarmee te belasten. Een kind is niet de vriend of vriendin of vertrouwenspersoon van een ouder. Een kind moet vooral kind (kunnen) zijn. En bedenk ook: de andere ouder heeft misschien andere ideeën en opvattingen over het ouderschap. Maar het is (extreme gevallen daargelaten) eerder een verrijking dan een verarming voor een kind om van zijn beide ouders te kunnen blijven leren en ervaren.