Afgesloten
De vrije koloniën waren open, Veenhuizen was dicht. Tot 1984 mochten er alleen maar gevangenen, bewakers en hun familieleden komen. Het dorp was bijna zelfvoorzienend: het had bijvoorbeeld een eigen ziekenhuis, hotel, winkels, melkfabriek, molen, werkplaatsen, boerderijen, kerken, scholen en een eigen elektriciteitscentrale.
Nadat de moderne verzorgingsstaat kwam, met werkloosheidsuitkeringen en gezondheidszorg voor iedereen, was armoedebestrijding met het systeem van landbouwkoloniën niet langer nodig. Na 1953 werden er geen nieuwe kolonisten meer naar Veenhuizen gestuurd. En de gestichten werden geleidelijk in gebruik genomen als gevangenissen.
Veenhuizen nu
Het leuke van Veenhuizen is dat veel van die oude gebouwen nog steeds een functie hebben. Gelukkig zijn dat veel leukere functies geworden, want in een van de vroegere dienstwoningen zit nu bijvoorbeeld een prachtig hotel-restaurant, Bitter en Zoet. Ook koffiebranderij/kookstudio Koffielust (in een voormalige werkplaats voor gevangenen), bierbrouwerij Maallust (in de vroegere graanmaalderij) en kaasmakerij Kaaslust (in de oude zuivelfabriek) zitten in monumentale gebouwen. In het dorpje staan meer dan honderd rijksmonumenten. Een deel van het dorp is een beschermd dorpsgezicht.
Gevangenisdorp Veenhuizen;
Een groot openluchtmuseum